Ze stampte bij Esra de kamer binnen: “Dit kan echt niet zo doorgaan met Hans! Wat denkt hij wel! Ik vind dit echt niet kunnen! Zo ga je toch niet met je collega’s om! En nog wel waar IE-DER-EEN bij was!” Het is Esra wel duidelijk dat Mieke niet tevreden is over haar collega Hans. Wat was er aan de hand? Hans had zojuist tijdens een werkoverleg een kritische opmerking gemaakt over een verslag van Mieke, omdat er type- en spelfouten in stonden. Dat vond hij onprofessioneel. En Mieke vond het op haar beurt onprofessioneel dat hij haar naar haar gevoel te kakken zette, maar dat kon ze toen natuurlijk niet zo zeggen. Hij had het toch ook buiten de vergadering kunnen zeggen als het hem zo stoorde? Stoom uit haar oren!
Esra zucht.
Mieke en Hans vinden allebei dat ze een goede, correcte invulling geven aan het begrip ‘professioneel’. Natuurlijk vinden ze van zichzelf dat ze daar ook aan voldoen. Het begrip ‘professioneel’ is voor elk van hen van groot belang, het bepaalt mede hun identiteit, hun zelfbeeld. En ze ergeren zich allebei enorm aan de ander, die op dit zo belangrijke vlak steken laat vallen. Dus ze klagen bij collega’s of bij Esra, hun leidinggevende, dat met de ander echt niet te werken valt. Ze trekken zich terug uit de collegiale samenwerkingsrelatie. En de rest van het team voelt zich gedwongen partij te kiezen, waardoor er veel breder ongenoegen ontstaat. Weg werkplezier! En dat terwijl zowel Mieke als Hans alleen maar met goede bedoelingen hebben willen bijdragen aan vergroting van de professionaliteit van het team, zo zeggen ze allebei met nadruk als Esra ze ernaar vraagt.
Hoe kan dit gebeuren?
Dit is een typisch – en veel voorkomend – geval van een ander beoordelen naar je eigen maatstaven, naar je eigen waarden. Je eigen normatieve systeem bepaalt de bril waardoor je kijkt, wat je opvalt, en dus ook waar je over valt.
Hans is gericht op de details, hij is van de precisie. Hij ziet dan ook direct alle spel- en typefouten en dan haakt hij onmiddellijk af. Zijn inhoudelijk oordeel over een geschreven stuk wordt sterkt mede bepaald door de aan- of afwezigheid van dit soort fouten. Wie niet zorgvuldig schrijft, kan ook niet zorgvuldig denken, zo redeneert hij. En wie niet zorgvuldig denkt, kan ook geen goed plan hebben ontwikkeld. Dat is dan ook niet meer de moeite waard om er energie in te steken.
Mieke ziet dat anders. Zij zet juist graag de grote lijnen uit en is sterk in het bedenken van creatieve oplossingen voor onvoorziene problemen. Dat iemand valt over een ontbrekend woordje in een zin, of een onjuiste d of een t, vindt zij gezeur van de bovenste plank en vooral zonde van haar tijd. Een energie-killer noemt ze dat. Verder vindt zij het heel belangrijk te investeren in de onderlinge relaties, maar Hans is nu echt te ver gegaan! Ze kan er niet tegen als er niet respectvol met haar wordt omgegaan.
Hans en Mieke kijken dus door hun eigen ‘normen- & waarden-bril’ naar de ander. Hun wederzijdse negatieve oordeel zeggen daarmee vooral iets over hun eigen normen & waarden en veel minder over de daadwerkelijke kwaliteiten van de ander. Ze laten zich kennen, zou je kunnen zeggen, via hun eigen oordelen over de ander. Want: “Wie met één vinger naar de ander wijst, wijst met drie vingers naar zichzelf.”
Hoe kan Esra als leidinggevende hier nu mee omgaan?
Het ligt misschien voor de hand als Mieke en Hans allebei op hun vingers zouden worden getikt, omdat ze met hun negatieve stemming de samenwerking binnen het hele team beïnvloeden. Toch zou die reactie het probleem waarschijnlijk juist groter maken, want dan voelen Hans en Mieke zich allebei gekrenkt in hun professionele identiteit. Hun inzet en goede bedoelingen worden niet erkend, integendeel! Ze zoeken steeds meer steun binnen het team en de communicatie met de ‘andere partij’ stopt dan helemaal. Het komt niet zelden voor dat een leidinggevende als Esra zuchtend constateert dat er dan maar iemand weg moet, want zo gaat het inderdaad niet langer. Ook het waardeoordeel van Esra gaat nu een rol spelen. Esra wordt aangestuurd door de innerlijke waarde van ‘verantwoordelijkheid nemen’ en dat kinderachtige gedoe van Mieke en Hans is daarmee volledig in strijd. Dus als Esra zowel Hans als Mieke erop aanspreekt dat zij onvoldoende verantwoordelijkheid nemen voor het goede functioneren van het hele team, dan is ook dit weer vooral een spiegel van haar eigen normen en waarden. Het zegt niet zoveel over het functioneren van Hans en Mieke.
Hoe kan het anders?
Alle drie zouden ze een dubbel-reflectieve houding kunnen (leren) aannemen. Reflectief naar de eigen waarde, dat is niet al te moeilijk. Mensen weten meestal heel goed wat zij zelf belangrijk vinden. Maar bij dubbel-reflectie wordt de reflectie op de eigen normen & waarden aangevuld met het besef dat de insteek van de ander wel eens net zo ‘waarde-vol’ kan zijn als die van jezelf, ook al kijk je er echt anders tegenaan. Daardoor verandert het beeld over de ander, het strenge oordeel wordt milder: “Oh ja, zo kan het ook”. In plaats van de eigen norm over ‘goed en fout’ voorop te stellen ontstaat er ruimte om ook de waarde van de ander te erkennen als ‘van waarde’.
Vanuit deze dubbel-reflectie had Hans in de vergadering kunnen aangeven dat hij Mieke best wil helpen met de precieze uitwerking van haar verrassende, creatieve benadering, waar hij zelf nooit aan gedacht zou hebben. Mieke had daarop kunnen reageren dat ze het aanbod van Hans waardeert en dat zijn scherpe oog voor detail zeker behulpzaam zal kunnen zijn. En Esra kan benoemen hoe waardevol het is dat er verschillende kwaliteiten in het team zijn die in samenwerking elkaar versterken, met een compliment aan allemaal. Het is verrassend hoe op deze manier opeens alle invullingen van professionaliteit en verantwoordelijkheid in elkaar passen!
Mooi verhaal, maar niet zo realistisch?
Natuurlijk, dit voorbeeld – wel aan de praktijk ontleend – past niet op alle situaties waarin mensen iets van elkaar vinden. Wij mensen vinden immers heel vaak iets van een ander. Of het nou gaat over iemands werk, gedrag, taalgebruik of kleding, of wat dan ook.
Wat wél altijd past is de dubbel-reflectie: ‘Welke waarde is voor mij dan kennelijk zo belangrijk dat ik er iets van vind? En welke waarde beweegt die ander dan eigenlijk?’
Met deze reflecties kijk je niet alleen in je eigen spiegel, maar ook in die van de ander. Dan zie je méér!
Meer weten over dubbel-reflectie of andere manieren om op een prettige manier met lastige situaties om te gaan? Mail naar we@evertsmediation.nl of bestel het boek Elegant beïnvloeden, van conflict naar kans hier, www.bol.com of je eigen boekhandel.